Er kwamen eens 2 kale West-Vlamingen de spoedgevallendienst in Mechelen binnen. Vroeg de verpleegster: “Is dit een mop ofzo?” De verpleegster zag wel meteen dat het ernstig was, en haalde een reanimerende dokter van boven zijn patiënt weg om de gekwetste Bart onmiddellijk verder te helpen. De dokter stond perplex. Vergevorderde leeftijd, versleten knieën, overgewicht, zweetvoeten… en toch nog steeds actief als basketter! En op de koop toe was de patiënt in geen enkel medisch dossier terug te vinden. Een eerste nota over ‘medisch wonder’ verscheen in zijn dossier. Nu is het geen toeval dat (Sint) Maarten met Bart mee naar de spoed gegaan was. Los van hun grenzeloze vriendschap, was hij (samen met de auteur van dit verslag) een van de weinigen die Bart’s geheim kennen. Bart was als kleine jongen nogal een fragiel ventje. Uit schrik voor ongelukken sloot zijn moeder hem op in zijn kamer, enkel Maarten mocht bij hem komen spelen. Op een dag vonden ze in de kleerkast een geheime doorgang naar de onderwereld. Daar beleefden ze onnoemelijk veel avonturen, maar het belangrijkste was de ontdekking van de fontein van de Styx, een rivier in de onderwereld. Wie daarin baadde, zou oneindig lang kunnen basketten zonder iets aan zijn conditie te moeten doen en zonder ooit gekwetst te raken. Verblind door deze opportuniteit, sloegen ze de kleine lettertjes over vroegtijdige kaalhoofdigheid over en ze sprongen in de fontein. Ze fantaseerden over een bourgondische levensstijl, zatte avonden en sportieve successen. In al hun enthousiasme merkten ze niet dat Bart zijn sokken nog aan had en zijn enkels dus niet ondergedompeld waren. De rest is geschiedenis. Al van bij de jeugd was het geen uitzondering dat de 2 kompanen rechtstreeks van de kroeg naar het basketbalveld waggelden, alwaar ze na een uitbrander van de coach de pannen van het dak speelden. Zo geraakten ze ook bij Hoje 30+. Trainen, dat doen we niet meer, daar word je alleen maar moe van. Ondanks krakende knieën en occasionele hartaanvallen, deed het olijke duo gewoon wat ze altijd hadden gedaan: genieten van het leven en af en toe wat basketten. En na een kampioenschapsring en de schaal, hoeft het dan ook niet te verbazen dat ze hun blik richtten op de beker. Zelfvoldaan en zeker van de goede afloop, dokterden ze een gewiekst plan uit, dat u ongetwijfeld heeft gelezen in de vorige afleveringen. Maar… in al hun hebzucht vergaten ze hun West-Vlaamse werkethiek, lieten ze Eddy al het vuile werk opknappen (dreigbrieven enzo, je weet wel) en gingen ze voor eigen succes. Voor een halve finale komt Maarten niet eens meer opdagen, en Bart had in extremis nog de meubelen moeten redden of de finale was er niet eens geweest. Maar die finale, die zou hun moment-de-gloire worden, het hoogtepunt van hun carrière, waarna ze voor eeuwig gelauwerd zouden worden door Hoje en bij uitbreiding door de ganse KAVVV, en nadien zouden ze met aan elke vinger tien vrouwen een carrièreswitch kunnen maken naar het baseball. Laat die ploegmaten maar wat afzien in de eerste helft, hadden ze zich bedacht, we zullen ze eerst nog de theoretische kans geven om zelf die finale te winnen, hihihihi (meisjesachtig gegiechel). Maar in het vierde kwart komt ons moment: 20 driepunters, elk 10 hadden ze afgesproken, moeten voldoende zijn om ons naar de beker te knallen. U raadt het al… Bart zijn achillespees (zal ongetwijfeld later de Bart-pees genoemd worden) begaf het en de droom was aan diggelen. Bart riep nog “Maarten, maak het plan af!”, maar terwijl hij het riep, besefte hij dat Maarten zijn 10 driepunters niet voldoende zouden zijn om de finale nog te winnen. Nu het met de bal niet meer lukte, gooiden ze dan maar de handdoek in de ring en ze dropen af. Helemaal ontredderd door dit verlies, liep de rest van de ploeg nog wat verder over en weer op het plein in afwachting van het einde van de wedstrijd. Eddy zag als goeie voorzitter natuurlijk dat dit voorval de ploegsfeer niet ten goede zou komen en plande onmiddellijk een teambuilding-spaghettislag in de sporthal in Leest. Het ideale event om alle plooien glad te strijken en terug te blikken op wat al bij al een geweldig seizoen is geweest. Een derde plaats in de rangschikking (4 verloren wedstrijden) en in de beker maar 1 wedstrijd verloren (hmm, net zoals de meeste ploegen eigenlijk…). Heel weinig matchen met 5 of 6 spelers, een goeie ploegsfeer, ploegmaten die het voor elkaar hebben opgenomen, de coach die ons telkens weer naar de kant haalde als we moe waren, een immer supermegafantastische voorzitter (we lachen er al eens mee maar ik ben ervan overtuigd dat heel de ploeg die mening deelt), een geweldige bordjesomdraaier/supporter Luc en een formidabele supporter Marc. En een captain die steeds de ploeg weer op sleeptouw nam. Een snel herstel gewenst captain, en op naar volgend seizoen!
top of page
bottom of page
Comentarios